Wielrennen

Verschillende blessures kunnen ontstaan door een malalignement van het lichaam. Zo kan een verkeerde voetpositie verder invloed hebben op de knie en de heup, maar kan ook onvoldoende heupkracht invloed hebben op de knie en de voet. Aanvullend ziet men dat indien renners vermoeid worden, hierdoor ook hun biomechanica zal veranderen.

Een te snelle opbouw in trainingsvolume en – intensiteit kan een renner gevoeliger maken op het ontstaan van een blessure. Ook is een te lage cadans een risicofactor voor een blessure gezien er dan meer druk op de ledematen gezet wordt. Daarnaast is het risico op een blessure groter wanneer men moet trainen op een slecht terrein zoals een te gladde ondergrond of een terrein met gaten.

Een spieronevenwicht is een belangrijke risicofactor in het ontstaan van blessures bij renners. Adequate krachttraining van de bilregio, hamstrings, kuiten, core, heupbuigers en nekspieren gecombineerd met evenwichtstraining is aangeraden. Aanvullend is het aangeraden om de spieren te stretchen die neigen te verkorten zoals lage rugspieren, heupbuigers, quadriceps, hamstrings en de kuiten.

Een hoger lichaamsgewicht heeft een negatieve invloed op het ontstaan van hand- en polsklachten alsook bij zadelpijn klachten.

Het dragen van een helm kan het risico op een hoofdblessure met 85% verminderen. Daarnaast is het aangeraden gevoerde handschoenen en fietsbroek te dragen, zodat de druk op de zenuwstructuren in de pols en hand minder worden alsook ter bescherming van zadelpijn. Ook het dragen van goed zichtbare kledij wordt aanbevolen.

Sporters met een blessure voorgeschiedenis, hebben een groter risico om een nieuwe blessure op te lopen, het maakt een sporter vatbaarder voor blessures.