Atletiek

Slechte trainingsvolumes die veel te hoog liggen, worden gelinkt aan een hoger blessurerisico.

Tijdens het indoor seizoen komen er 16% meer blessures voor dan tijdens het outdoor seizoen. Indoor disciplines worden vaak iets aangepast wegens plaatsgebrek. Daarnaast trainen ook zeer veel teams nog outdoor tijdens de wintermaanden, waardoor ze blootgesteld kunnen worden aan kouder weer.

In de verschillende disciplines speelt techniek een belangrijke rol in het ontstaan van blessures. Er vinden minder blessures plaats als er een coach aanwezig is om de atleet te begeleiden tijdens de training. Zo ziet men dat het hebben van een correcte feedback over de techniek een preventieve factor kan zijn in het ontstaan van blessures.

Het merendeel van de spierblessures vindt plaats op het moment dat een spier verlengd wordt boven zijn optimale lengte. Een verhoging van deze optimale lengte kan beoogd worden door het uitvoeren van excentrische training. Daarnaast ziet men dat een zwakte van de hamstrings, tijdens zowel een concentrische als excentrische contractie, een risicofactor kan zijn voor het oplopen van een blessure. Tijdens polsstokspringen zijn gekende risicofactoren: onvoldoende kracht in de heupbuigers en minder mobiliteit naar heupstrekkking. Daarnaast zien we dat wanneer de buigers van de pols vermoeid zijn tijdens speerwerpen, er meer stress komt te staan op de ligamenten van de elleboog. Een goede kracht en uithouding van deze spieren trainen, is dus aangeraden.

Sporters met een blessure voorgeschiedenis, hebben een grotere om een nieuwe blessure op te lopen, het maakt een sporter vatbaarder voor blessures.